Skip to content

Elk (voor)jaar komen er veel jonge vogels in de opvang terecht. Daar zitten er veel bij die beter af zijn in de natuur. Hieronder kun je lezen wanneer deze wél of niet naar de opvang hoeven. Bij twijfel, bel De Toevlucht voor advies op maat. Het is overigens bij wet verboden om een vogel of ander wild dier thuis te verzorgen. Dat is niet in het belang van het vogeltje en gaat vaak ook mis. In de opvang hebben ze de juiste faciliteiten (couveuse, warmtelampen), de know-how en de goede voeding. Bovendien zijn er altijd soortgenootjes om samen op te groeien en te verwilderen in de uitwenverblijven.

  1. Vind je een kaal jong vogeltje en weet je zeker uit welk nest het komt? Zet het diertje dan terug. Hetzelfde geldt voor een heel gevallen nest: zet het terug in de buurt van waar het gevallen is, in de haag of schuur of waar dan ook. Het maakt niet uit dat je met je handen aan het vogeltje of nest hebt gezeten. Anders dan bij zoogdieren speelt reuk geen rol.
  2. Uitzondering is wanneer het vogeltje er niet gezond uitziet of de oudervogels niet meer bij het nest worden gezien of wanneer de nestplaats niet meer intact is. Zet het kale vogeltje dan in een doosje, met een kruikje (gemaakt van een drinkflesje gevuld met warm water en gewikkeld in een thee- of handdoek) erbij. Geef het vogeltje geen water of voer en bel de dierenambulance om het – zo snel mogelijk – op te halen.
  1. Jonge vogels die net uit het nest gevlogen zijn, zien er hulpeloos uit, maar schijn bedriegt. Al kunnen ze nog niet (goed) vliegen, ze hebben de juiste leeftijd om het nest te verlaten. Vaak zijn ze te herkennen aan een korte staart en aanhoudend gebedel om voedsel. Geen nood, de ouders zijn dichtbij en voeren het jong nog enige dagen tot een week bij. Laat ze alstublieft met rust!
  2. Uitzondering is wanneer het vogeltje gewond is, of wanneer er groot gevaar is van katten in de buurt. Is het niet mogelijk de kat voorlopig binnen te houden en/of dit te vragen aan de buren, bel dan de dierenambulance.
  3. Vogelbescherming Nederland benadrukt: “In negen van de tien gevallen helpt u het jong dus het allerbest door het met rust te laten. En wees gerust, zelfs als u de oudervogels niet ziet, zijn ze wel in de buurt. Ze zoeken voedsel of zijn zich voor u aan het verstoppen. Uw aanwezigheid geeft alle betrokken vogels alleen maar stress, wat overleven juist moeilijker maakt, dus geef het jong de ruimte.”

Bovenstaande geldt voor alle tuin- of zangvogels. Kauw, kraai en ekster behoren ook tot de zangvogels.

  1. Jonge eendjes, gansjes, zwaantjes, meerkoetjes of waterhoentjes kunnen verweesd of verlaten zijn. Weet je zeker dat er geen ouders in de buurt zijn, probeer het diertje dan te vangen en zet het in een doosje met een kruikje (gemaakt van een drinkflesje gevuld met warm water en gewikkeld in een thee- of handdoek). Geef deze jonge vogels geen eten of water maar wacht op de dierenambulance. Zet deze jonge watervogels zeker niet in een badje! Jonge watervogels hebben nog geen ontwikkelde vetklier om zichzelf in te vetten en waterdicht te maken, dat regelt de moeder; daarom bij afwezigheid dus nooit in water plaatsen. Lukt het vangen niet, bel de dierenambulance voor advies.
  2. Is een jonge watervogel verstrikt in visdraad of wordt het belaagd door meeuwen of kraaien, dan kunt u de dierenambulance bellen.
  3. Broedt er een eend op uw dak, balkon, bloembak of afgesloten tuin? Bel dan de dierenambulance. Als de eieren uitgekomen zijn en de eendjes geen toegang tot water hebben, krijgt u van de dierenambulance advies op maat.
  1. Duiven broeden het hele jaar door, dus ook buiten de lente kunt u jonge duiven vinden. Vindt u een nest op uw balkon, dan bent u wettelijk verplicht het nest niet te verstoren. Ruim na het uitvliegen van de jongen uw balkon op, zodat er geen beschutte plekjes zijn waar de duiven opnieuw kunnen nestelen.
  2. Alle duivensoorten zijn slordige nestbouwers, dat geldt voor stadsduiven, tortelduiven en houtduiven. Daardoor kan een nest vallen of een jong eruit vallen. Bel de dierenambulance om het diertje naar de opvang te laten brengen. Is het jong nog (half) kaal, plaats er dan een kruikje bij (gemaakt van een drinkflesje gevuld met warm water en gewikkeld in een thee- of handdoek). Geef geen eten of drinken.
  1. Scholeksters zijn eigenlijk kust- en weidevogels maar broeden steeds vaker in de stad. Ze zoeken platte (grind) daken uit om te nestelen. Dat is niet zonder gevaar. Hoewel het nestvlieders zijn – dat zijn jonge vogels die meteen uit het ei kunnen lopen – worden ze nog lang gevoerd door de ouders. Het komt regelmatig voor dat een scholeksterpul van het dak valt. Lukt het niet om de pul terug te plaatsen, bel dan de dierenambulance om het vogeltje op te halen.
  2. Wat u kunt doen als u of uw bedrijf scholeksters op het dak heeft, zie de tips van de Stichting scholekstersophetdak.nl. Voorkom werkzaamheden op het dak in het broedseizoen (april tot en met juni), scholeksters zijn extreem gevoelig voor verstoring. Dicht open regenpijpen af met een stukje kippengaas, hierdoor voorkom je dat de jongen erin kunnen vallen. Zorg voor beschutting en schaduw op het dak, bijvoorbeeld door het plaatsen van een pallet. De jongen kunnen eronder kruipen bij gevaar of als het te heet wordt op het dak. Plaats een ondiepe bak met water op het dak. Dit water kunnen de jongen gebruiken als het langere periode erg warm en heet is en voorkomt dat de jongen uit nood van het dak af springen.
  1. Ook zilver- en kleine mantelmeeuwen broeden regelmatig op (platte) daken en de jongen vallen er ook vaak af, of springen er af wanneer het op het dak te heet is. U kunt de meeuwen jongen helpen door de tips voor de scholeksters op het dak te volgen.
  2. Niet iedereen is gecharmeerd van broedende meeuwen op het dak, vanwege de (schijn-) aanvallen van de ouders. Maar nesten verstoren of weghalen is verboden. U kunt het beste na het broedseizoen zorgen dat het dak ontoegankelijk wordt voor broedende meeuwen. Daar zijn professionele bedrijven voor die u kunt inschakelen.
  3. Meeuwenpullen die nog dons hebben, en op de grond gevallen zijn kunt u terugplaatsen als dat mogelijk is, anders de dierenambulance bellen.
  4. Jonge meeuwen die al in de veren zitten, worden nog enige tijd door hun ouders op de grond bijgevoerd. U kunt dus jonge meeuwen tegenkomen in uw tuin of bijvoorbeeld op het industrieterrein van uw bedrijf. Laat deze jongen met rust, en loop er met een boog omheen. De ouders verdedigen hun jong als er gevaar dreigt, door schijnaanvallen uit te voeren.
  1. Bos- en Ransuilen broeden soms ook in stadsparken of recreatiegebieden en soms zelfs in uw (binnen)tuin. Ze maken vaak gebruik van een oud ekster- of kraaiennest, maar nestelen soms (ransuil) ook op de grond. Uilskuikens zijn heel anders dan gewone jonge vogels. Ze blijven lang op het nest – minimaal drie weken – maar als ze het nest verlaten zijn ze nog pluizig en onzelfstandig. Ze vallen met regelmaat uit het nest, maar dit is normaal voor de bos- en ransuil. Uilskuikens worden in deze periode van hun leven ‘takkelingen’ genoemd omdat zij bij het verlaten van het nest of gevallen zijn, zelf weer de nestboom of naburige boom in kunnen klimmen. Laat ze dus met rust! De ouders voeren bij tot ongeveer 5 weken of langer, dan zijn de uilskuikens vliegvlug.
  2. Wat moet u doen als u een uilskuiken op de grond vindt? U kunt het dier oppakken en voorzichtig op een tak in de buurt van het nest zetten. Indien u dit niet kan of durft, markeer dan de boom waaruit het dier gevallen is (bijvoorbeeld met een shawl of lint) en bel de dierenambulance voor hulp bij het terugzetten.
  3. Wat als er gevaar dreigt voor de takkeling? Bijvoorbeeld door loslopende honden? Markeer dan de boom op de plaats waar u de jonge uil gevonden heeft, plaats het jong in een doos en bel de dierenambulance. Zij kunnen helpen beslissen of het verstandiger is het dier terug te plaatsen of mee te nemen naar de vogelopvang.
  1. Vooral de gierzwaluw kunt u midden in het stadscentrum aantreffen. Zij broeden in (oude) huizen, kerken en kantoorgebouwen, of in nestkasten die speciaal voor hen op de gevels zijn aangebracht. Alle soorten zwaluwen kunnen meteen vliegen als zij het nest verlaten. Het grote verschil met andere jonge vogels die al in de veren zitten, is dat als u een jonge zwaluw op de grond aantreft, er zeker iets mis mee is.
  2. U kunt het beste het zwaluwtje in een doosje doen, wanneer het jong nog kaal is, kunt u er een kruikje bij leggen (gemaakt van een drinkflesje gevuld met warm water en gewikkeld in een thee- of handdoek). Geef geen eten of drinken en bel de dierenambulance om deze naar Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum De Toevlucht te brengen.

Stichting De Toevlucht
Vogel-en Zoogdierenopvang
Bijlmerweide 1, Amsterdam ZO
Telefoon: (020) 6001144
E-mail: info@toevlucht.nl
RSIN nummer: 807697837
KvK: 41207362

Onze opgevangene jonge vogels

Kunt u ons helpen?

Wilt u ons steunen en wilde dieren helpen met een donatie? Namens de dieren: hartelijk dank voor uw steun!

Back To Top